Ankh Gussinklo
Zee worden in 1947 geboren op den ‘Heisterkamp’ in Lintel. Ze was den tweeden uut ne trop van zeuven. Ze is etrouwd, hef dree kinder en vaer kleinkinder, dee-t veur eur ne bron van inspiratie bunt.
Het schrieven van gedichten veur brulften en andere gebeurtenissen in de naoberschop is eur met den paplaepel in egotten, dat deed eur moder namelijk völle. Ton ze zelf een jaor of vieftiene was, leet eur moder eur dee gedichten ok schrieven, umdat ze ’t der mangs zelf te drok veur had.
Later maken ze cabaretteksten en -liedjes veur de ’Puntensliepers’, ne groep waor ze zonne tien jaor met deur den Achterhook estruind hef.
Nog later ging ze zelf, hetzij in euren eenmoed, hetzij samen met
anderen, met ne tasse vol verhalen en gedichten den boer op. Ok het schrieven van een waekelijkse column mek inmiddels onderdeel uut van eur bestaontjen. Zee schrif zowal in het Nederlands as in het Achterhooks. Schrieven hef an eur laeven altied een stuksken extra egeven.
Zij werd in 1947 geboren op de ‘Heisterkamp’ in Lintelo. Ze was de tweede uit een gezin van zeven kinderen. Ze is getrouwd, heeft drie kinderen en vier kleinkinderen, die voor haar een bron van inspiratie zijn.
Het schrijven van gedichten voor bruiloften en andere gebeurtenissen in de buurt is haar met de paplepel ingegoten. Dat deed haar moeder namelijk veel. Toen ze zelf een jaar of vijftien was, liet haar moeder haar die gedichten ook schrijven, omdat die het er soms zelf te druk voor had.
Later schreef ze cabaretteksten en –liedjes voor de ‘Puntensliepers’, een groep, waar ze een jaar of tien mee door de Achterhoek getrokken heeft.
Nog later ging ze zelf, hetzij in haar eentje, hetzij samen met anderen, met een tas vol verhalen en gedichten de boer op. Ook het schrijven van een wekelijkse column maakt inmiddels deel uit van haar bestaan. Zij schrijft zowel in het Nederlands als in het Achterhoeks. Schrijven heeft aan haar leven altijd een extra dimensie gegeven.
Sie wurde 1947 auf dem Hof ‘Heisterkamp’ in Lintelo geboren. Sie was das zweite Kind in einer Familie von sieben Kindern. Sie ist verheiratet, hat drei Kinder und vier Enkelkinder, die für sie eine Quelle der Inspiration sind.
Schreiben von Gedichten anläßlich Hochzeitsfeiern oder anderer Ereignisse in der Nachbarschaft hat sie mit der Muttermilch eingesogen. Das machte ihre Mutter schon viel. Als sie selber etwa fünfzehn Jahre alt war, veranlaßte ihre Mutter sie, die Gedichte aufzuschreiben, weil ihr selbst die Zeit dazu fehlte.
Später schrieb sie Kabarettexte und –lieder für die ‘Puntensliepers’, ein Kabarettensemble, mit dem sie etwa zehn Jahre durch den Achterhoek gezogen ist.
Noch später ging sie selber, entweder alleine oder zusammen mit anderen, mit einer Mappe voller Geschichten und Gedichte auf die Dörfer. Auch schreibt sie inzwischen wöchentlich eine Kolumne. Sie schreibt sowohl in der niederländischen Hochsprache als in ihrer Achterhoeksen Mundart. Schreiben hat ihrem Leben immer eine extra Dimension gegeben.